woensdag 27 april 2011

De Flevotocht

Vandaag geen wandelroutes of bouwwerken, maar een ouderwetse bustocht door de jongste provincie van Nederland. Op het programma stonden diverse landschap kunstwerken en sculpturen.
Om half 10 stipt vertrok de touringcar richting onze eerste stop: het groene kathedraal van Marinus Boezem. Omdat we vandaag weer erg veel hebben gezien heb ik hieronder een aantal foto's geplaatst en beschreven van de werken die ik erg interessant vond vandaag.

De negatieve kathedraal.
De positieve kathedraal.
Het kunstwerk van Marinus Boezem bestaat uit een negatieve en positieve plattegrond van de kathedraal van Reims. Ik vond het fascinerend om te zien dat positieve en negatieve ruimte zoveel invloed hebben op de beleving van de schaal. De negatieve kathedraal leek voor mijn gevoel veel groter omdat deze niet ingevuld was maar juist gevuld met "leegte".

Aardzee van Piet Slegers.
Dit stukje landschap van Piet Slegers vond ik één van de mooiste werken van de hele tour. Het is op het eerste gezicht niet een heel bijzonder park, maar de golvende heuvels en krommende routing maken het landschap erg ritmisch dynamisch. Het is een prettige plek tussen het veelal rechte en geometrische polderlandschap echter is deze ligging ook erg jammer ik had dit werk graag wel eens in een stedelijke omgeving willen zien.

Richard Serra - Sea level.
Dit land-art werk van Richard Serra staat in Zeewolde en is ontstaan doordat Richard Serra gefascineerd was door het feit dat Zeewolde onder de zeebodem ligt. De betonnen muur stelt de zeebodem voor en door langs de muur te lopen kan je weer boven de zeebodem uitkomen. Ik vond dit werk indrukwekkend door de omvang en de plek die het neemt in het landschap.

Exposure van Anthony Gormley.

Het afbeelden van de mens staat centraal in de werken van Anthony Gormbley. Ook bij dit werk aan het Markenmeer staat een groot mens figuur afgebeeld. Toen ik op het beeld afliep leek deze in eerste instantie veel verder te staan dan dat ik dacht. De hele pier heeft geen markante punten en is heel liniar en daardoor vervaagt je gevoel van schaal, helemaal als er op het einde nog een groot mens figuur staat. Het werk is voor de vorm goed om van een afstand te zien en van dichtbij eigenlijk alleen nog maar interessant om de constructie goed te bestuderen.  Je kan zien dat er aan de constructie veel aandacht is besteed en dat deze niet alleen vanuit het constructieve gedachte is ontworpen.

Polderland Garden of Love and Fire (1992 – 1997) van Daniel Libeskind  
Annet kondigde dit werk al in de bus aan en was tijdens die beschrijving al bijna niet te volgen. Het moest hier gaan om een meditatief doolhof. Ik heb geprobeerd de ruimtes en transcendente licht te ervaren, maar door de vele studenten viel er weinig te mediteren. Het werk zag er met zijn lijnen en vormen erg spannend uit maar de diepere laag kon ik niet helemaal bevatten. Ik begreep ook niet waarom er voor grind gekozen was als onderlaag. Het mag dan misschien "iets" meditatiefs hebben maar het lichtspel doet door het grind helemaal niet mee op de ondergrond.

Tot zover mijn bericht over de Flevo tocht. Ik vond het een erg leuke dag omdat ik land-art een bijzondere stroming in de kunst vind. Kunstwerken zijn meestal klein, maar omdat de schaal in het landschap veel groter is kun je de werken op een heel andere manier ervaren. 

zondag 24 april 2011

Woensdag 20/04

Omdat de culturele woensdagen nog steeds in het teken staan van maat en schaal heb ik op woensdag 20 april samen met een groepje medestudenten een follie gemaakt, schaal 1:1!

Deze follie werd mede mogelijk gemaakt door bouwbedrijf van Schaik, die voor nodige materialen, ruimte en gereedschappen zorgden. Het was een leerzame opdracht omdat niemand van ons groepje daadwerkelijk wel eens iets op ware grootte heeft gemaakt en je er snel achter komt dat bepaalde elementen van je follie niet blijven zweven en dat je in constructies moet kunnen denken.

Tijdens het bouwen merk je ook dat heel heel belangrijk is om de ruimte die je maakt goed bij de menselijke schaal past (of niet als je dat wilt..) en dat je je onbewust bezig bent je met de ruimte te "verhouden".

Wij hebben er expres voor gekozen om niet vanuit een idee te werken maar om gewoon te beginnen met ruimtes en composities te bouwen en daarop volgens steeds materialen toe te voegen of weg te halen om de follie interessanter te maken. Onze follie is helaas niet in de prijzen gevallen maar ik heb van deze dag geleerd dat maat en schaal onmisbaar zijn in elk bouwwerk dat door mensen gebruikt wordt!
Hieronder de resultaten van ons bouwwerk.

De follie met "accessoires".
Achterzijde.
Draai uw computerscherm een kwartslag naar rechts.
Draai ook hier uw scherm een kwartslag naar rechts.

zondag 10 april 2011

Tilburg & den Bosch 06/04

Vandaag een dag richting noord-Brabant, eerst een lange loop tocht langs de vele parken van Tilburg met als laatste stop het Museum de Pont. De afsluiter van deze dag was het stedelijkmuseum in Den Bosch met de tentoonstelling 1:1 van Frank Havermans.

Tilburg was voor mij nog onbekend terrein en ik was wel benieuwd wat deze stad aan parken en architectuur te bieden had. De eerste halte van de wandelroute was het Tivoli park, dat eigendom is van Interpolis maar wel voor iedereen toegankelijk is. Dit park kenmerkt zich door de vele perspectivische lijnen en is ooit ontwerpen met het idee dat je naast flexplekken binnen in het gebouw ook buiten moet kunnen werken!

Bovenaanzicht Tivoli park.
Het concept dat mensen ook buiten moeten kunnen werken vond ik een mooie gedachte omdat werken in een vaste kantoorplek heel beklemmend kan worden. Het park wat in het Fontys scholencomplex lag vond ik ook een erg mooi voorbeeld van een oase binnen het stadscentrum. Dit park gaf veel rust en is echt een plek om even te ontsnappen aan school. Dit mis ik af en toe wel eens bij het BKV gebouw.

Wat een rust.
We hebben natuurlijk veel meer parken en gebouwen gezien, maar omdat het wel heel veel wordt om alles wat ik gezien heb te beschrijven heb ik hier wat foto's met kort commentaar.

Fontijn van Joop Beljon met mooi negatieve ruimtes en architectonische vormen.


Museum de Pont was de laatste attractie van Tilburg en zeker een mooie afsluiter. Ik had het idee dat de tentoonstellingen in de Pont veel te maken hadden met waarneming en het "beleven" van ruimte. De hoofd tentoonstelling van de Pont was van Robert Therrien. De installaties van Robert Therrien zijn van zo'n grote schaal dat ik het gevoel kreeg ondergeschikt te zijn aan de meubels waar wij normaal niet naar om zouden kijken. Ik vond het interessant om te zien hoe schaalvergroting zo'n invloed kan hebben op je gevoel en perspectief.

Robert Therrien.
Ik vond de donkere ruimten van ... ook heel bijzonder omdat ze steeds veranderden door het wennen aan het donker. Je blijft nieuwsgierig naar de dingen die je steeds meer gaat zien.
Museum de Pont was geen groot museum met een uitgebreide collectie, maar de collecties die ze hadden waren erg goed en interessant.

Op weg naar het station zijn wij ook nog door het Wilhelmina park gegaan. Dit park is volgens Rob een goed voorbeeld dat je geen grote ingrepen hoeft te maken in oude parken om er weer een goed en leuk park van te maken.

Na het bezoek aan Tilburg ben ik nog samen met Katja en Jorrit naar het stedelijk museum in de den Bosch geweest. Wij waren alle drie wel benieuwd naar de tentoonstelling 1:1 in van Frank Havermans.
De tentoonstelling was niet erg groot, maar door de vele maquettes en studies was er genoeg te zien. Één van de maquettes die wij gezien hadden was daadwerkelijk vertaald naar 1:1. Het ging hier om de Kapkar, een ruimte die veel weg had van een beest waarin je binnen een filmpje over de constructie kon zien. Het mooie aan al de werken van Frank Havermans is dat ze heel doorwerkt zijn en er veel aandacht is besteed aan de constructie en details. Het blijven autonome werken maar door het materiaal gebruik en de functies schuren ze tegen de toepasbare kunst aan.


Tot zover Tilburg en den Bosch! Tot volgende week.